Caspar (jongste zoon van Matthaus Merian ) vertrekt naar Vriesland waar de gemeenschap van Jean de Labadie een onderkomen had gevonden. Twee zusters Van Sommelsdyck, aanhangers van de gemeenschap hadden hun landgoed en daarbij behorende grond aan De Labadie ter beschikking gesteld. Hun broer, gouverneur van Suriname had hier toestemming voor gegeven. Dankzij hem en dankzij de Labadisten die in Suriname een kolonie stichten vertrok Maria Sibylla later naar het land.