Vanuit Paramaribo naar La Providence trof men verschillende plantages aan beide oevers van de Surinamerivier  Van koffie in het uiterst noorden, afwisselend met indigo, hout en suiker. Het is opmerkelijk dat er veel verlaten plantages rond 1840 werden aangetroffen. Rond de komst van Maria Sybilla Merian in Suriname in 1699 werd dit reeds bespreekbaar gemaakt. Langs de rivier zouden er strategische posten van het Nederlands Leger zijn geplaatst om de veiligheid te waarborgen. De kaart toont ook aan waar de vrijheidsstrijders zich opgesteld hadden om ook hun veiligheid te garanderen in het bos, maar meer nog strijd te leveren en daarmee meer slaven vrij te krijgen van de toen nog in productie zijnde plantages.

Enkele belangrijke lokaties en plantages vanaf Paramaribo naar La Providence, die eventueel door Maria Sybilla zijn bezocht, toen zij in Suriname woonde.

  • De Palmentuin in de hoofdstad Paramaribo. Deze was de achtertuin van de Governeur. Dus ook van de toenmalige gouverneur Van Sommelsdijck die er zetelde. Het kanaal aangrenzend aan deze tuin is vernoemd naar van Sommelsdijck (kreek).
  • Het Paleis en voormalig Gouverneursverblijf is zowat in haar originele staat gebleven. Geheel opgetrokken uit hout, met een bakstenen fundament.
  • Het Fort Zeelandia functioneerde als basis voor de bescherming van de kolonie Suriname, transformeerde zich tot een militaire basis rond de tachtiger jaren en is thans ons museum.
  • Plantage Peperpot, destijds onder beheer van de verschillende planters en werd laatstelijk eigendom van de Nederlandse Handel Maatschappij. Deze plantage heeft een enorme terugval gehad en hiervan is nog een oude houtloods zichtbaar. Enkele woningen zijn wel gerehabiliteerd en hebben een nieuwe bestemming gekregen. Op een plantage behoorde het grootste en hoogste huis de plantage eigenaar toe. De overige woningen hingen af van de functie van de bewoners. Plantage Peperpot heeft na de afschaffing van de slavernij de introductie gehad van contractarbeiders die poogden de productie te handhaven. Deze plantage heeft een politieke strijd gekend voor wat betreft het beheer en de bestemming.
  • Plantage Houttuin. Hier proberen private ondernemers de eens zo winstgevende suikerplantage deels om te toveren tot een luxe van rust, natuur en wellness. Voor een groot deel is deze plantage verkaveld en in transitie tot een residentiegebied.
  • Domburg. Ook een vergane suikerplantage. Is thans het toonbeeld van Indonesische/Javaanse nakomelingen. Tuinbouw, visserij en in mindere mate toerisme zijn activiteiten waar dit gebied zich voor leent.
  • De houtplantages die zich ontwikkelden, waren voornamelijk vanaf de witzand savannas. De bekende waren BergenDal en Victoria, maar ook La Providence, De Goede Vrede. Deze hadden daarvoor ook andere bestemmingen, zoals suiker.